↓ Procesonderdelen en opgaven
↓ Aanleidingen
↓ Voorwaarden
↓ Coproducenten, gebiedsbetrokkenen en ondernemend gezelschap
Waar bestaat de methode uit en wat is haar meerwaarde in verschillende opgaven?
Ieder gebied, uitgangssituatie en opgave is anders en vraagt een eigen procesaanpak.
De methode kan het volgende bieden:
Een procesaanpak is dus altijd specifiek, maar wordt gebaseerd op een keuze van instrumenten, die inzicht kunnen bewerkstelligen binnen de vier onderscheiden procesonderdelen.
Onder ‘identiteit en branding van gebieden’ wordt het onderzoek naar en verklaring van de aanwezige gebiedsidentiteit en de inzet daarvan in programmering en communicatie binnen een toekomst(-visie) verstaan. Het gaat dus vooral om het inrichten van een proces gericht op inhoudelijk inzicht, gedragen visie en afstemming in de uitwerking.
De methode Identiteit & Branding van gebieden gaat uit van vier procesonderdelen;
(1) identiteitsbepaling, (2) marktanalyse, (3) merkbepaling of gebiedsprofilering en (4) gebieds- of toekomstvisie.
Deze onderdelen bieden in elke opgave de noodzakelijke aangrijpingspunten om de benodigde aspecten voor een (visie) gebiedsontwikkeling te verkrijgen.
De procesonderdelen zijn in elke procesaanpak aan de orde, tenzij reeds voldoende informatie aanwezig is bij de aanvang c.q. input zijn voor de opgave. Per opgave kan ook gekeken worden naar de mogelijke beperking of combinaties van onderdelen of het parallel uitvoeren ervan.
Vanuit de gestelde opgave kan de wijze van aanpak verschillen in:
De vier onderdelen worden elk verder toegelicht op inhoud en mogelijk instrumentarium.
Omdat de opgave per gebied verschillend is, is er geen vast omlijnde methode aan te dragen die in elke situatie werkt. De opgave bepaalt sterk het plan van aanpak en de procesinrichting.
Opgaven kunnen besloten liggen in verschillende aspecten en vraagstukken zoals:
Binnen de verschillende opgaven tekenen zich verschillende aanleidingen af om de methode als aanpak in te zetten. Mogelijke aanleidingen zijn behoefte aan inzicht, visievorming, ‘bonding’ of programmering.
Er is aanleiding om beter inzicht in de identiteit van het gebied te krijgen om positie te bepalen.
Dit kan bijvoorbeeld nodig zijn om interne informatie te ordenen of besluitvorming te ondersteunen (waardebepaling, bepaling doelgroepen e.d.). Of om een oordeel te geven over initiatieven van andere partijen en te bezien of er raakvlakken liggen voor gezamenlijke visievorming.
Je wilt potenties van een gebied onderzoeken om een visie op te baseren. Het proces moet antwoord geven op de vraag welke potenties en ontwikkelingsmogelijkheden een gebied heeft. Dit vraagt een volledig inzicht in de aard van een gebiedsidentiteit om een zinvolle toekomstvisie op te baseren (als basis voor programma’s en communicatie).
In elk geval is van belang dat validatie plaatsvindt van de gevonden gebiedsidentiteit bij betrokkenen; klopt de interpretatie?
De producten van een project moet altijd diep, breed en waar zijn.
Het kan het zijn dat het proces met betrokkenen belangrijker is dan het eigenlijke product. Er zijn visies op de toekomst van een gebied, maar geen actief ondernemend gezelschap. Of het is niet helder welke partijen invloed uit gaan of willen oefenen.
De aanleiding ligt dan in het aanbrengen van verbindingen tussen ‘stakeholders’ bij de gebiedsontwikkeling binnen een te formeren operationeel, ondernemend gezelschap.
Als er visie bestaat en in potentie een ondernemend gezelschap, maar geen gelijkgestemdheid over de richting waarin de visie concreet vorm kan krijgen in uitwerking van programma’s.
Methode I&B kan gericht zijn op het ontwikkelen van passende programma’s en projecten en bijbehorende communicatievorm vanuit een visie op de gebiedsontwikkeling.
Bij de overweging om een gebiedsontwikkeling vanuit identiteit te starten zijn enkele overwegingen vooraf van belang.
Bij het inrichten van het traject en de keuze voor instrumenten is het van belang van te voren vast te stellen wat de vraag precies is. Iedere aanpak levert een ander eindresultaat op.
Het starten van een identiteitstraject moet niet tot gevolg hebben dat lopende projecten op voorhand uitgesteld worden, zonder dat daar reden toe is. Het ontwikkelen van gebiedsintegere visie maakt het mogelijk om voor langere tijd een baken te hebben in welke richting de gebiedsontwikkeling zich moet vormen. De meerwaarde is dat ook op andere beleidsterreinen de mogelijkheden optimaal worden benut en dat de ontwikkelingsrichting in een document is vastgelegd.
Het is van belang, dat de opdrachtgever in staat is de bijdrage aan het proces van de benodigde betrokkenen te krijgen. Dit lukt het beste, als er een gezelschap opdrachtgevers is, dat bekend is met de impact en belang van het werken vanuit identiteit en openstaat voor de resultaten van het proces.
Op de rol van de betrokken partijen en personen gaan we nu verder in.
Bij gebiedsontwikkeling zijn vele partijen betrokken. Naast openbaar bestuur, (gemeentelijke) diensten en niet in de laatste plaats de bewoners van het gebied zelf.
Corporaties zijn vaak coproducent in gebiedsontwikkeling. Bij een grote positie in vastgoed in bestaand gebied is de corporatie zelfs een centrale speler in het ontwikkelingsproces en kan initiatiefnemer zijn. Maar ook andere vastgoedeigenaren, instellingen op gebied van cultuur, onderwijs en welzijn, ondernemers, bedrijven of zorgverstrekkers kunnen partners zijn in gebiedsontwikkeling vanuit identiteit. Hun rol verschilt per gebied, maar allen hebben altijd een belang bij de toekomst van het gebied.
Bij de methode is het van belang vertegenwoordigers van alle belangrijke partners of gebiedsbetrokkenen in beeld te brengen en een juiste plaats te geven in het proces. Dit is voorwaarde voor een juiste analyse van gebiedsidentiteit. Alleen door de input van diverse gebiedsbetrokkenen kan een zo betrouwbaar mogelijk beeld van het gebied ontstaan.
Een belangrijk organisatorisch aspect is het bijeenbrengen van een initiatiefgroep of ondernemend gezelschap, dat in de verdere ontwikkeling van het gebied een centrale rol vervult. In het ondernemend gezelschap hebben de coproducenten onderlinge afhankelijkheid en gelijkwaardigheid.
Zij vormen de groep, die de gebiedsontwikkeling actief kan gaan sturen en een juiste organisatievorm hanteert in haar relatie met belanghebbenden, die zij kent vanuit een gezamenlijk proces. Zij kunnen allianties aangaan met meerdere gebiedspartners.
Het ondernemend gezelschap dient vanaf het begin te worden betrokken, zodat zij de uitkomsten kunnen traceren en begrijpen. Daarnaast is het een kwestie van lange adem. Bij het werken vanuit identiteit zijn geduld en een langetermijnvisie noodzakelijk.
De binding van mensen rond een gezamenlijk inzicht in identiteit en de opgaven voor de toekomst heeft een sterk organiserend vermogen. Dit vormt een van de vernieuwende aspecten van het werken vanuit identiteit.
Ook het gebruik van nieuwe werkvormen in de methode I&B doorbreekt barrières in bestaande verhoudingen.
Inzicht in identiteit geeft inspiratie.
Die inspiratie vormt de basis voor samenwerking tussen verschillende partijen. Het bindt maar daagt ook uit tot het nemen van een eigen rol en tot zelfstandig handelen. Het spreekt deelnemers op een andere wijze aan op hun mogelijke inbreng en bijdrage aan de gebiedsontwikkeling vanuit identiteit.
Hierdoor heeft het de kracht om sturend en richtinggevend te zijn in ontwikkeling van een gebied. Iedereen kan vanuit zijn eigen professie een betekenisvolle bijdrage aan de gebiedsidentiteit geven en daar zelf weer profijt van ondervinden door de ontwikkelde meerwaarde. De investeringen, projecten en plannen van elke partij kunnen ook beschouwd worden in hun kwalitatieve bijdrage aan (de profilering van) het gebied.
De mensen die het proces doorlopen hebben zijn na verloop van tijd uit de organisaties verdwenen. Als elke betrokken partij het werken vanuit de gebiedsidentiteit in zijn eigen organisatie kan toepassen en als dit tot de bedrijfscultuur gaat behoren, is een doorbraak bereikt.
Werken vanuit identiteit werkt dan als zelfsturing.